LET OP: dinsdag 24 september geeft PPINK een gratis webinar over dit onderwerp. Meer info vind je hier!
Wanneer een baby start bij de kinderopvang heeft het meestal nog veel slaap nodig. Slaap is een basisbehoefte en nodig voor een gezonde geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Het is zowel in een kinderdagverblijf als bij een gastouder belangrijk om aandacht te (blijven) besteden aan goed én veilig slapen. Op deze pagina staat relevante informatie voor pedagogisch professionals, beleidsmedewerkers en coaches over het slapen op de kinderopvang.
Slaappatroon en de slaapontwikkeling
Baby’s van 0 tot 6 maanden hebben een slaapcyclus van zo’n 50 tot 60 minuten. Ze hebben eerst een zogenaamde actieve slaap en daarna een stille slaap:
- In de actieve slaap kan een baby geluidjes maken en bewegen. Een baby kan zelfs de ogen openen en wakker lijken. Ook ademt een baby snel en onregelmatig.
- In de stille slaap beweegt een baby bijna niet en ademt een baby veel dieper. Ook wordt een baby dan minder snel wakker door geluid. Na de stille slaap wordt een baby wakker of begint het aan de volgende periode van 50 tot 60 minuten.
De ene baby slaapt uren achter elkaar, de ander doet kortere slaapjes. Door goed naar een baby te kijken, leer je zijn of haar slaapritme kennen. Onderstaande feiten geven meer inzicht. Let op! Het gaat hier steeds om gemiddelden, en als het bij een baby niet precies zo gaat als hier staat, is dat geen reden tot ongerustheid. Elk kind is immers anders.
- Pasgeboren baby’s slapen gemiddeld 14 tot 18 uur per 24 uur. ’s Nachts slaapt een baby meestal 2,5 tot 4 uur achter elkaar.
- Vanaf 10 tot 12 weken oud begint er een dag- en nachtpatroon te ontstaan.
- Na +/- 6 maanden slaapt een baby overdag 2 of 3 keer. Gemiddeld slapen baby’s dan 1 of 2 uur achter elkaar.
- Na +/- 9 maanden slapen de meeste baby’s ongeveer 2x per dag.
- Tussen 12 en 18 maanden gaan baby’s over naar 1x slapen op een dag.
Tip: Als een baby naar de kinderopvang komt is het belangrijk om de slaapgewoonten van de baby te bespreken met de ouders. Hoe slaapt de baby thuis? Hoe gaat het slapen in de kinderopvang in zijn werk? Wat is wel mogelijk op de kinderopvang en wat niet? Zorg ervoor dat slapen onderwerp van gesprek blijft met de ouders. Zie je veranderingen? Bijvoorbeeld in aantal slaapjes, bewegen en rollen? Bespreek dit dan met de ouders en geef dit door. Stimuleer ouders dit ook te bespreken met jullie als ze thuis veranderingen zien. Doe dat altijd schriftelijk, zorg dat deze bevestigd worden en maak passende nieuwe afspraken indien nodig. Meer weten? Kijk op de website van Gezonde Kinderopvang.
Veilig slapen beleid
Een hele dag naar de opvang is vermoeiend voor baby’s en jonge kinderen. Ze worden gedurende de dag blootgesteld aan allerlei indrukken, geluiden en prikkels. Op tijd naar bed en goed uitrusten is voor een baby heel belangrijk. Kinderopvangorganisaties leggen de visie en werkwijze wat betreft het slapen op de kinderopvang vast in bijvoorbeeld een‘Veilig Slapen beleid’. Dit beleid draagt eraan bij dat kinderen zo goed én veilig mogelijk kunnen uitrusten op het kinderdagverblijf. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van de visie en werkwijze rondom veilig slapen van jouw organisatie. Meer weten over wat er in een Veilig Slapen beleid kan worden beschreven? Kijk dan op de website van Gezonde Kinderopvang.
Buiten slapen
Bij sommige kinderopvangorganisaties slapen de kinderen in een buitenbedje. Het buitenbed wordt meestal gebruikt tot een kind een jaar of 2 is. Let op: een ouder moet altijd schriftelijk toestemming geven voor het slapen in een buitenbed. De richtlijnen voor buiten slapen staan beschreven in het Veilig Slapen beleid van de organisatie.
Meer (wetenschappelijke) informatie over buiten slapen vind je hier.
Intakegesprek en wenafspraken
Voor een goede start van een baby op de opvang is het intakegesprek hét moment om ook te spreken met de ouders over het slapen. Het doel van het intakegesprek is om de overgang van thuis naar de opvang zo soepel en stressvrij mogelijk te laten verlopen.
Tijdens het intakegesprek bespreek je allerlei bijzonderheden. Bijvoorbeeld hoe de zwangerschap is verlopen, hoe de bevalling is gegaan en hoe de eerste periode thuis is geweest. Ook komt het slapen aan bod en de eventuele (slaap)rituelen thuis. Gezamenlijk maak je afspraken over welke rituelen en gewoonten, die de ouders thuis hebben met hun baby, ook op het kinderdagverblijf kunnen worden uitgevoerd. Is een baby gewend om thuis bijvoorbeeld in slaap gewiegd te worden dan is het goed om te bespreken of dat ook wel kan op de opvang. Slaapt een baby met een speen, dan wordt afgesproken dat de baby bij elk slaapje de speen krijgt.
Als een baby net start op de opvang, dan kan het zijn dat ze nog moet wennen aan het slapen in een aparte kamer in het schemerdonker. De kinderopvang kan in het Veilig slapen beleid bijvoorbeeld opnemen dat er altijd iemand in de slaapkamer blijft totdat de baby’s slapen.
Tips en adviezen:
- Om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen kan er voor een baby die nog heel klein is in de eerste periode een (veilig) ledikantje op de groep staan. Zo kan de baby de eerste weken rustig wennen aan alle geluiden, geuren en prikkels. Ook heb je zo makkelijker zicht op de slapende baby. Zorg dat je op de hoogte bent van de visie en werkwijze van de kinderopvangorganisatie waar je werkt Welke afspraken zijn hierover gemaakt?
- Wat is de visie van jouw kinderopvangorganisatie over het omgaan met het (langdurig) huilen van baby’s en jonge kinderen rond het slapen. Een kort inslaaphuiltje is niet schadelijk voor baby’s, maar langdurig (alleen) huilen is erg stressvol en dus onwenselijk voor baby’s. Bekijk hiervoor wederom de visie en werkwijze van de kinderopvangorganisatie waar je werkt. Welke afspraken gelden er?
- Het intakegesprek kan voor de (nieuwe) ouders heel veel informatie bevatten. Plan een tweede gesprek in na een korte periode om te bespreken met de ouders hoe het gaat op de kinderopvang met hun baby. Zo kun je alles goed op elkaar afstemmen. Fijn voor de baby, maar ook fijn voor de ouders en jullie zelf.
Ritme, rituelen en het voorkomen van stress
Een baby heeft vaak een eigen slaapritme. Op de kinderopvang probeer je meestal de eerste periode het ritme van de baby te volgen. Hoe meer een baby groeit en gewend raakt aan de structuur op de kinderopvang, hoe meer het in het dagelijks ritme mee kan draaien op het kinderdagverblijf.
Vaste slaaprituelen kunnen helpen om de overgang te maken van wakker naar slapen. Een voorbeeld van een ritueel op de opvang is bijvoorbeeld; een baby gaat op vaste tijden naar bed, en krijgt eerst een flesje en een schone luier, daarna een slaapzak aan, en tot slot wordt er een slaapliedje gezongen. Kinderen herkennen de rituelen en het helpt ze om goed in slaap te vallen. Ook draagt het bij aan het verminderen van stress.
Slaapt een baby thuis met iets waar het aan gehecht is, stem dan af met de ouders en zorg dan dat de baby dat ook op de opvang mee naar bed krijgt. Grote gewatteerde knuffels worden afgeraden, omdat een baby daar met het gezichtje tegenaan kan rollen en in die situatie niet goed kan ademen. Als een baby gewend is aan een fopspeen tijdens het slapen, is het belangrijk dat de baby de fopspeen altijd krijgt bij het slapen. Door altijd de fopspeen te gebruiken biedt dit tevens bescherming tegen wiegendood: het risico hierop wordt lager.
Gezonde en veilige slaapkamer
Voor kinderen van 0 tot 1,5 jaar moet de kinderopvanglocatie volgens de Wet Kinderopvang een aparte slaapkamer hebben. In principe hebben alle kinderen een eigen bedje en een eigen slaapzak. De bedjes die worden gebruikt in de kinderopvang moeten voldoen aan specifieke veiligheidseisen.
Daarnaast is het belangrijk dat de slaapruimte rustig ingericht en enigszins verduisterd is. De ruimte hoeft niet helemaal donker te zijn; de baby’s wennen namelijk geleidelijk aan een dag- en nachtritme. Het is gebruikelijk dat een slaapkamer overdag gedeeltelijk verduisterd is en ’s nachts, thuis wel helemaal donker.
Voor kinderen vanaf 1,5 jaar kan de locatie ook een eigen slaapruimte hebben, echter is er geen verplichting tot een aparte slaapruimte. Voor wat oudere kinderen die vermoeid zijn en nog een middagslaapje nodig hebben kan er, bij gebrek aan slaapkamers, een rustplek op de eigen groep worden gecreëerd. De voorwaarden voor het rusten/slapen op de groep moeten voldoen aan een veilige en gezonde omgeving en het moet tevens beschreven staan in het Veilig Slapen beleid.
De ideale slaapkamertemperatuur ligt tussen de 15 en 18 ℃. En natuurlijk is frisse lucht belangrijk. Daarom moeten de slaapkamers goed geventileerd zijn. Recent onderzoek laat zien dat daar in de kinderopvang nog ruimte voor verbetering is
Preventie wiegendood
Ook al is de kwaliteit van de opvang nog zo hoog, voor een baby blijkt de overgang van thuis naar kinderopvang vaak een ingrijpende gebeurtenis. Want er verandert veel voor een baby op de kinderopvang. Andere verzorgers, nieuwe geluiden en geuren, een ander bedje, een afwijkende dagindeling, flesvoeding in plaats van de borst, om maar wat voorbeelden te noemen.
Deze veranderingen van routine kunnen stress veroorzaken. En uit onderzoek blijkt dat deze stress van invloed kan zijn op de risicofactoren rond wiegendood. Daarom is het van belang om als kinderopvang, samen met de ouders, te zorgen voor een soepele overgang van thuis naar de kinderopvang. Hoewel het tegenwoordig weinig voorkomt, laat onderzoek zien dat de kans dat een baby plotseling en onverwacht overlijdt (wiegendood) iets hoger in de kinderopvang is dan thuis (NCJ, 2007).
Tips voor de kinderopvang
- Het uitgangspunt voor een kinderopvangorganisatie is om in het Veilig Slapen beleid de inhoud van het model-protocol Veilig slapen in de kinderopvang (VeiligheidNL) op te nemen. Zorg dat je op de hoogte bent van het beleid van de organisatie waar je werkt. Heeft de organisatie géén beleid voor Veilig Slapen? Kaart dit dan aan.
- In de kritische ontwikkelingsperiode (2-4 maanden) lopen kinderen die blootstaan aan stressfactoren grotere risico’s op wiegendood. Hebben jij en je collega’s voldoende kennis over wiegendood? Is hier regelmatig aandacht en afstemming over met collega’s?
- Het is belangrijk dat iedereen die op de babygroep werkt voldoende kennis heeft van het Veilig Slapen beleid en daarnaar handelt. Ook invalkrachten en stagiaires. Hoe krijgen invalkrachten en stagiaires hier voldoende informatie over?
- Kijk goed naar het beleid van je organisatie en kijk en bespreek met collega’s wat jullie wel en niet kunnen doen. Bespreek dit met ouders. Een voorbeeld: verzoek van ouder voor speciale slaapzakjes (of eigen slaapzak). Weet je of die veilig zijn? En tot welke leeftijd? Het in slaap wiegen, wat kan je wel en niet doen? Zorg dat er niet te veel uitzonderingen gemaakt worden. Uiteindelijk, ook als een ouder tekent, ben je als kinderopvangorganisatie verantwoordelijk voor het kindje als die op de opvang is.
Websites met belangrijke informatie over veilig slapen en preventie wiegendood:
- VeiligheidNL (hier vind je het model-protocol preventie wiegendood voor de kinderopvang en gastouders).
FAQ’s op de site van VeiligheidNL - Veilig slapen voor baby’s | Consumentenbond
- Gezonde kinderopvang
- Seef Veiligheid en welzijn van baby’s
- Groeigids Voor ouders – GroeiGids
Wist je dat…
- afbeeldingen van slapende baby’s op sociale media (Instagram, tik tok etc.) bijna altijd onveilige slaapsituaties zijn?
Lees er meer over in deze blog van onderzoekster Floortje Kanits - pedagogisch professionals (extra) geschoold kunnen worden?
Een aantal online voorbeelden zijn:
* E-learning: Veilig Slapen op de kinderopvang | VeiligheidNL
* Adviseren over veilig slapen
* Beeldbank Wiegendood
(PPINK is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze scholing)
De informatie op deze pagina is grotendeels gebaseerd op de informatie van BOinK (de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang).