Afgelopen september en oktober vonden er al sessies plaats waaraan PPINK met respectievelijk pedagogisch professional Denise Rondeel en Anna de Lange deelnam om de knelpunten rondom de werk- en regeldruk in kaart te brengen. Dinsdag 16 november werd nog een extra (online) bijeenkomst gepland waarbij PPINK een pedagogisch professional mocht aandragen om over de knelpunten te praten met de staatssecretaris zelf. PPINK-bestuurslid en pedagogisch professional Katinka van Loon nam de honneurs waar.
In onderstaande blog schrijft ze erover.
Hallo collega’s uit de kinderopvang!
Afgelopen dinsdag hebben jullie het wellicht al voorbij zien komen. Samen met vier andere pedagogisch professionals uit het werkveld ben ik in gesprek gegaan met staatssecretaris Dennis Wiersma over de werk- en regeldruk in de kinderopvang.
Fijn om te merken dat jullie na het bericht van maandag zoveel reacties hebben gegeven en jullie input blijven geven. Dank daarvoor!
Ik had heel veel zin in deze bijeenkomst. Hoe vaak krijg je nou de kans om in gesprek te gaan met een staatssecretaris?
In het gesprek kwamen veel punten voorbij waar veel professionals tegenaan lopen als het gaat om de werkdruk. Allereerst het personeelstekort. Alhoewel dat een probleem is wat niet zomaar op te lossen valt. Daarom hebben we ook gesproken over punten die eerder te realiseren zijn. De punten die echt aan bod zijn gekomen zijn het kleiner maken van de groepen, zodat er meer tijd is voor de kinderen. Zoals bijvoorbeeld de groepsgrootte. Geen 16 kinderen op de groep, maar 12 kinderen. Het grootste gedeelte professionals is het daarmee eens. Maar wat doe je dan met die 4 kinderen per groep? Is het een idee om ouders te vragen om zoveel mogelijk opvang in het eigen netwerk te zoeken? Nee, want we vinden dat kinderopvang echt iets bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. En het is zonde en kan schadelijk zijn als we sommige kinderen uit het oog verliezen.
Met elkaar hebben we het ook gehad over oplossingen. Eén daarvan is het inzetten van een groepshulp die een deel van de huishoudelijke taken overneemt. Dit kan iemand zijn met een niveau 2 opleiding of mensen die instromen vanuit een andere sector. Zodat zij eerst op deze manier kennis kunnen maken met de kinderopvang door de functie van groepshulp.
Een ander belangrijk punt is de wet- en regelgeving. Die is nu gebaseerd op de hele kinderopvangsector. Maar een VE-groep, een groep op het kinderdagverblijf (horizontaal en verticaal) en een BSO zijn niet met elkaar te vergelijken. Daar moet kritisch naar gekeken worden.
Maar het meest belangrijke en daar kunnen we met z’n allen zélf mee beginnen is de waardering en erkenning van ons beroep! Wij zijn pedagogisch PROFESSIONALS, we werken ontwikkelingsgericht en zijn een veilige basis voor alle kinderen die een of meerdere dagen bij ons komen. We moeten dat meer naar buiten brengen, vertellen waar ons werk uit bestaat en trots zijn op datgene wat we iedere dag voor de kinderen (en ouders) betekenen. Met al onze kennis en kunde verdienen we het om ‘professionals’ genoemd te worden! Daar was ook Dennis het roerend mee eens.
Deze dag was er voor mij eentje om niet snel te vergeten. Het uur vloog voorbij. Eigenlijk veel te kort maar er werd met grote interesse naar ons geluisterd. De werkdruk in de kinderopvang is gigantisch en een complexe puzzel om op te lossen. Hopelijk worden er binnenkort concrete stappen gezet, zodat iedereen weer een beetje op adem kan komen en weer met veel plezier naar het werk gaat!
Groetjes, Katinka