Begin mei 2022 verscheen het rapport ‘Meertaligheid in de kinderopvang’ uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam in opdracht van het ministerie van SZW. De praktijkervaringen in de meertalige kinderopvang zijn erg positief. En in het rapport komt naar voren dat het aanbieden van een tweede taal, geen negatief effect heeft op de Nederlandse woordenschat. Ook als kinderen thuis weinig Nederlands horen.
PPINK sprak met Tessa Assies (beleidsmedewerker), Jillian Pieplenbosch (coach en locatiemanager) en Kelly Horn (pedagogisch professional) – allen werkzaam bij Hestia Kinderopvang. Hestia heeft diversiteit en inclusie hoog in het vaandel staan. Hier sluit de taal bij aan. Daarom begon Hestia al in 2010 met tweetalige kinderopvang.
Hestia biedt tweetalige kinderopvang aan in de talen Engels-Nederlands. Jillian vertelt dat het in het begin nog wel wat problemen opleverde: “Volgens de GGD paste het niet binnen de regels en richtlijnen. Het zou alleen mogelijk zijn voor Engelstalige expats (en dan max. 3 jaar). Hestia is flink gaan lobbyen en uiteindelijk is er een landelijke pilot gestart, waar bovenstaand onderzoek deel van uitmaakte.”
Wat is nu de meerwaarde van meertalige kinderopvang? De dames geven aan dat de kinderen beide talen (verder) leren en ontwikkelen. Maar ook dat ze in aanraking komen met meerdere talen en de daarbij behorende diversiteit. “Het is mooi om bij de kinderen zoveel onderling begrip te zien, ondanks de verschillende achtergronden van iedereen.”
Hoe doe je dat nu in de praktijk? “Bij Hestia is er gekozen voor het one-teacher-one-language-principe”, zegt Jillian. “De ene pedagogisch professional spreekt dus consequent Engels op de groep en de andere Nederlands. Degene die Engels spreekt, is een native speaker, (Engels als moedertaal) of een near native speaker (met zeer goede kennis van de Engelse taal). De kinderen mogen zelf een voorkeurstaal kiezen”, geeft Kelly aan. “Er is dan altijd wel iemand op de groep die kan helpen vertalen.”
Welke taal spreken jullie met ouders? “Dat is afhankelijk van de taal die ouders spreken”, vertelt Jillian. “In principe leveren we alle info in twee talen aan: Nederlands en Engels. Maar als ouders een andere taal spreken, en een van de professionals beheerst die taal ook, dan stappen we over op die taal. Hestia heeft diversiteit hoog in het vaandel staan. Dus ongeacht afkomst en taal mag iedereen er zijn en is iedereen welkom. Je ziet dat ouders daardoor heel betrokken zijn bij de kinderopvanglocatie.”
Wat vraagt meertalige kinderopvang van de organisatie? Tessa vat dit samen in een woord: “flexibiliteit! Veel dingen doe je twee keer. Het pedagogisch beleidsplan schrijven wij bijvoorbeeld in het Nederlands en in het Engels. En zo doen we dat eigenlijk met alle belangrijke documenten. Soms moeten we dan ook prioriteiten stellen. Wat doen we nu wel en wat niet? Tijdens het schrijven moet je je per taal bewust zijn van de normen en waarden. Het Nederlands is best direct. Terwijl andere talen meer nuanceren. Dit moet je goed toepassen. We willen namelijk graag dat het comfortabel voelt voor iedereen.”
En wat vraagt het van een pedagogisch professional? Kelly geeft aan dat het gaat om doorzettingsvermogen en consequent zijn: “Je moet je als professional bewust zijn welke taal je spreekt met de kinderen, welke taal je spreekt met ouders en met je collega’s. En hier consequent in blijven. Gelukkig is er een open sfeer en kunnen we elkaar hierop aanspreken. Zorg dat je je bijvoorbeeld bewust bent van wie er bij het teamoverleg zitten en welke taal je dan spreekt. Wij doen deze vaak in het Engels. In het begin is dat wennen (als Engels niet jouw taal is), maar uiteindelijk leer je daar ook van. En de studiedagen worden zowel in het Engels als het Nederlands gegeven.”
“Daarnaast brengt het je als professional ook veel. Je leert met de kinderen een andere taal, de taal die je collega en sommige kinderen spreken. Dat gaat allemaal heel natuurlijk en er is geen schaamte. Iedereen helpt elkaar. Degene die Engels spreekt leert Nederlands in de praktijk en andersom uiteraard. Je leert daarbij ook veel over verschillende culturen en over opvoeding binnen die culturen”, vindt Kelly.
“Ook met het inrichten van de groep en bij gebruik van materialen houden we rekening met meertaligheid”, legt Kelly uit. “Op de groep zelf hebben we veel materialen en spelletjes in twee varianten. Dus dezelfde boekjes hebben we zowel in het Engels als in het Nederlands. Maar ook spelletjes hebben we in die twee talen. En als we foto’s maken en rondsturen of ophangen schrijven we de teksten daarbij ook in beide talen. Dit vraagt natuurlijk wel wat van de professional.”
Waar lopen jullie tegenaan in de praktijk? “Het beoordelen van de diploma’s van de Nederlandse professional gaat veel sneller dan die van de niet-Nederlandse professional. Dat is, zeker gezien het personeelstekort, niet handig en fijn”, aldus Jillian. “Waar we ons ook wel zorgen over maken is de taaleis”, zegt Jillian. “Daar moet echt helderheid over komen van de overheid. Als organisatie stellen we hetzelfde niveau eisen aan de professional. Ongeacht taal en afkomst.”
Naar aanleiding van het rapport ‘Meertaligheid in de kinderopvang’ heeft het ministerie van SZW aangegeven dat het nieuwe kabinet van plan is om de komende twee jaar te werken aan een aangepaste wetgeving. Hopelijk maakt dat de weg voor de meertalige kinderopvang nog meer vrij!